Al abonnee? Activeer hier uw premium account

Gewichtsverlies beperken begint al ophet veld

oktober 2021


Het bewaren van aardappelen is een vak apart en vereist veel kennis en ervaring. In deze column delen vier deskundige bedrijfsadviseurs van Delphy bij toerbeurt actuele bewaartips. Met aan het begin van het bewaarseizoen dit keer een terug- en vooruitblik op de factor gewichtsverlies door Anton van der Velde, werkzaam in de regio West-Brabant.

“Het is geen verkeerd begin van een nieuw bewaarseizoen om eerst nog eens terug te blikken op ervaringen uit het verleden. Zo zijn van de bewaarperiode 2020-2021 in zo’n 25 bewaarpartijen de gewichtsverliezen bijgehouden die op hun beurt weer te vergelijken zijn met waarnemingen in eerdere jaren. Wat valt daarvan te leren? In het overzicht van gewichtsverliezen is af te lezen dat de 5,5 procent van het afgelopen seizoen ruim onder het 10-jaars gemiddelde ligt. Opvallend daarbij is de combinatie met relatief veel externe draaiuren, 440 is een flink bovengemiddelde score. Normaal gaat de factor ‘veel externe draaiuren’ hand in hand met de factor ‘veel gewichtsverlies’. Dat dit gedurende de laatste periode niet het geval was, is voornamelijk toe te schrijven aan de rooi- en inschuuromstandigheden bij de start van het voorbije bewaarseizoen. Door de vele regen eind september en de eerste helft van oktober kwamen niet alleen de aardappelen overwegend vochtig binnen, maar ook veel grond. Al direct waren daarom veel externe draaiuren nodig om, in eerste instantie, voornamelijk de grond droog te krijgen. Waren de partijen eenmaal redelijk gronddroog, dan waren daarna nog maar weinig externe ventilatie-uren nodig om de knollen droog te krijgen en te houden. Dit ook omdat, in tegenstelling tot veel voorafgaande seizoenen, maar weinig rotte knollen in de bewaarpartijen voorkwamen.

Eén plekje rotte knollen, kleine bottleneck

Zoomen we even in op een selectie van zeven afzonderlijke partijen, dan is hier nog meer lering uit te trekken. De praktijksituatie die de aanduiding partij 1 heeft meegekregen, betreft een cel Fontane die halverwege de maand maart met een minimaal gewichtsverlies van slechts 3,2 procent afgeleverd is. Hier is zo weinig mogelijk op geventileerd, het aantal draaiuren is niet exact bekend. Dat had wellicht nog minder kunnen zijn, want één plekje met enkele rotte knollen vormde nog een kleine bottleneck. Hierdoor was namelijk nog even wat extra externe ventilatie noodzakelijk. Bijkomende factor voor het lage percentage gewichtsverlies is dat deze partij Fontane tot aan het aflevermoment vrijwel kiemvrij bleef. En dat met alleen een MH (maleïne hydrazide)- behandeling in het veld. Deze ervaring onderstreept nog eens de noodzaak van een op het juiste moment uitgevoerde bespuiting met deze kiem­regulator. De ervaring tot nu toe leert dat wanneer het goed is toegepast in rassen als Agria en Fontane het mogelijk is om daarmee tot februari/maart zonder aanvullende kiem‑remming te bewaren. Gewichtsverlies beperken begint dus al op het veld.

Groot contrast

Zelfde ras als partij 1, maar met een heel ander resultaat is partij 4, om maar eens te laten zien hoe groot het contrast soms kan zijn. Gelet op het latere aflevermoment niet 100 procent vergelijkbaar, maar toch. Deze partij 4 betreft een cel Fontane waar al direct na het inschuren veel op gedroogd is. Dit zowel vanwege een enkele rotte knol in de partij alsook vanwege het feit dat aardappelen droog moesten zijn voor een goede aanvangswerking van het gekozen kiemremmingsmiddel Argos. Op die manier was de vochtbuffer om de aardappelen heen aan het begin van het bewaarseizoen al weg en zorgden de nodige uren extern ventileren om de knol daarna nog droog te krijgen voor extra gewichtsverlies. Een klein deel van de knollen kreeg in de loop van het bewaarseizoen een wat langere kiem, wat het verlies­percentage ongetwijfeld eveneens negatief heeft beïnvloed. Bij toepassing van de huidige toegelaten kiemremmingsmiddelen is het overigens niet nodig, zoals soms weleens is aanbevolen, om een de partij voorafgaand aan de eerste behandeling helemaal gortdroog te draaien. Een beetje vochtbuffer mag je nog wel in stand proberen te houden. Voorafgaand aan de eerste toediening, eind november/begin december, heb je namelijk al een deel van het inkoeltraject achter de rug, waarbij tegelijk al sprake is van enige droging. De praktijk leert dat het ook hierbij weer draait om ervaring en maatwerk.

Beperk luchtverversing

Nog zo’n partij Fontane met een relatief hoog gewichts­verlies is partij nummer 7. Afgeleverd in juli en daarmee beter te vergelijken met nummer 4. De gemeten 8,3 procent is eveneens behoorlijk hoog, maar hier wijkt de oorzaak wel wat af van de situatie bij partij 4. Ook hierop is met 683 uur veel extern gedraaid. Dit is voor een aanzienlijk deel veroorzaakt door de vele momenten van noodzakelijk lucht verversen, soms tot wel vier keer per etmaal. Dit hield verband met het gebruik van ethyleen als kiemremmingsmiddel. Daarbij is het hanteren van een laag CO2-gehalte van maximaal 2500 ppm in de partij een absolute voorwaarde om de invloed op de bakkleur te beperken. Hoewel de kieming bij afleveren aanvaardbaar was, zijn gedurende een langere periode op een deel van de knollen toch kiemen zichtbaar geweest. Ook dit heeft bijgedragen aan het hogere verliespercentage. Dit geeft aan dat ook de gekozen methode van kiemremmen van invloed kan zijn op het gewichtsverlies. Overigens valt de intensiteit van het ventileren bij deze methode veel beter binnen de perken te houden door gebruik te maken van een speciaal CO2-afzuigsysteem in plaats van het draaien met de aanwezige productventilatoren. Voor telers die (weer) met ethyleen aan de slag willen en hiervan nog niet zijn voorzien, is dit zeker het overwegen waard.

Schoolvoorbeeld

Van Fontane nu naar een partij Melody tafelaardappelen, een schoolvoorbeeld van hoe een partij dit seizoen gemiddeld binnenkwam, met redelijk wat aanhangende grond rond de aardappel. Ondanks het vrij hoge aantal externe draaiuren, 458 in totaal, bleef hierin het verlies tot de afleveringsdatum eind maart met 3,8 procent toch zeer beperkt. De vochtige grond rondom de knollen fungeerde duidelijk als buffer, waardoor ventilatie met drogende lucht niet direct tot onttrekking van vocht uit de knol zelf heeft geleid. Hoewel hier niet altijd op te sturen valt, kan het inschuren van aardappelen met een zekere hoeveelheid grond erbij positief uitpakken als het gaat om beperking van gewichtsverliezen, leert deze praktijksituatie.

Bewust omgaan met vochtverlies loont

Dan naar een fritespartij Ramos waarbij de teler ook zelf het beperken van de gewichtsverliezen als hoogste prioriteit heeft. Om een zeer laag verlies te krijgen, behoor je als teler zeer regelmatig de bewaarcomputer aan te passen aan de partij en de buitenluchtcondities. Dat is bij deze partij gebeurd. Het resultaat is dan ook terug te zien in de cijfers. Bij aflevering in de tweede helft van mei slechts 3,4 procent gewichtsverlies en maar 350 benodigde externe draaiuren. Bovendien was in deze Ramos bij afleveren nog nauwelijks kieming te zien. De manier waarop met deze partij is omgegaan, bewust alles op alles zetten om vochtverliezen te voorkomen, loont. Het laat immers zien dat het in de praktijk goed mogelijk is om na lange bewaring maximaal aardappelen af te leveren.

Verschil zit ‘m in de start

Elke situatie is anders, dat is wat de praktijkervaringen duidelijk maken, maar één factor springt eruit als het gaat om beperken van externe draaiuren en gewichtsverlies: een goed begin is het halve werk, aldus bewaaradviseur Anton van der Velde.

Resultaten in twee partijen Markies tonen aan dat bewaring in mechanische koeling niet altijd garant staat voor hetzelfde resultaat. Het verschil zit ‘m vooral in de start. In partij 5 is een deel van de cel laat en nat binnengekomen. Dit natte deel moest eerst flink drogen. Dat kon niet apart, dus die actie had gelijk invloed op de gehele bewaarpartij. Dit resulteerde in het bovengemiddelde totaal van 519 draaiuren extern. Dit effect heeft uiteindelijk bijgedragen aan het gewichtsverlies van 6 procent. Dat is niet zoveel hoger dan het gemiddelde van de groep, maar het is wel een relatief hoog cijfer voor product uit de mechanische koeling. Normaliter resulteert bewaren in mechanische koeling namelijk in minder externe draai­uren waarmee in het verlengde een lager gewichtsverlies is te realiseren. Ook mechanische koeling onttrekt vocht. Echter, dit is maar een fractie van de hoeveelheid vocht die uit het product onttrokken wanneer je alleen inkoelt met externe lucht. Bij partij 6, eveneens een cel Markies in de mechanische koeling, verliep de bewaring in het geheel een stuk gunstiger. De partij kwam al relatief droog binnen, waardoor hier minder op gedroogd hoefde te worden in vergelijking met partij 5. Dat is terug te zien in het flink lagere aantal externe draaiuren, bijna half zoveel als de andere partij Markies. Uiteindelijk kon de partij op het late tijdstip van 5 augustus met een, voor dat tijdstip, heel laag gewichtsverlies afgeleverd worden.

Een goed begin is het halve werk

De ervaring tot nu toe leert dat wanneer MH goed is toegepast in rassen als Agria en Fontane het daarmee mogelijk is om tot februari/maart zonder aanvullende kiemremming te bewaren. Gewichtsverlies beperken begint dus al op het veld.

Elke situatie is anders, dat is wat de praktijkervaringen duidelijk maken, maar één factor springt eruit als het gaat om beperken van externe draaiuren en gewichtsverlies: een goed begin is het halve werk. Dat begint bijvoorbeeld al in het teeltseizoen met het welslagen van de MH-behandeling. Tweede aandachtspunt is, rooi aardappelen het liefst mét wat buffergrond. Het juist afstellen van de rooier en de stortbak kunnen daaraan bijdragen. Is het gewas oogstrijp, maar zijn de rooiomstandigheden te droog, start dan tijdig met beregenen wanneer je een installatie hebt. De afgelopen twee jaar zijn we als gevolg van de zeer natte herfst naar mijn idee door het oog van de naald gekropen. Even ter herinnering: vorig jaar 20 oktober moest het overgrote deel van de hoofdoogst in Nederland nog gerooid en de schuur in. Dit seizoen is het extra opletten, want gelet op de waarnemingen zullen de nodige knollen met phytophthora-aantasting en holle knollen in de bewaring komen. Een dagelijkse partijcontrole direct na inschuren kan hier ook het halve werk betekenen. Doe dat niet alleen op afstand. Al behoorlijk wat telers volgen hun bewaarproduct op (grote) afstand via smartphone of tablet. Een valkuil is dat je daardoor wellicht ook minder in de schuur komt. Je kunt dan het product niet zien, geen eventuele vreemde geuren waarnemen, je ziet geen vliegjes en/of lekvocht. Wees dus ook fysiek alert. Rest me nu nog iedereen een goed bewaarseizoen toe te wensen, met hopelijk zo weinig mogelijk bewaarverliezen.” ●

Lees hier ons volledige bewaardossier!

Evenementen

©2015 - 2024 Aardappelwereld | Ontwerp en realisatie COMMPRO