Al abonnee? Activeer hier uw premium account

Grondbewerking in de aardappelteelt

14 maart 2023

Van alle akkerbouwgewassen heeft aardappel de meest uitgebreide grondbewerking nodig en is niet geschikt voor geen of minimale grondbewerking (low tillage). Dat laatste is een systeem waarbij de bovengrond niet of nauwelijks wordt verstoord. Minimale bewerking wordt meestal alleen gedaan voor dorsbare gewassen.

In tegenstelling tot suikerbieten in gematigde klimaten en cassave in de tropen is de aardappel een ondiep wortelend gewas. Dit knolgewas heeft baat bij een losse grond. Een losse grond verdeelt ook bodemwater beter en gelijkmatiger en geeft aanleiding tot de aanleg van meer stolonen. De aanwezigheid van water is essentieel voor de erop volgende knolaanleg. Bovendien is de resorptie van eenmaal aangelegde knollen minder wanneer zij gelijkmatig omgeven zijn door bodemwater.

Minimale weerstand

Een andere reden voor de noodzaak van een los zaaibed is dat de aangelegde knollen in het groeistadium zo weinig mogelijk weerstand ondervinden. Bij de teelt in verdichte zware kleigrond groeien ze tot onregelmatige vormen, waardoor ze minder opbrengen in de handel. In dergelijke kleigronden is grondbewerking ook nodig om de bodem van kluiten te bevrijden, omdat zulke brokken grond schade aan de knollen berokkenen bij de oogst en ze extra tarra veroorzaken bij het lichten door de rooier.

Ploegen

Een zaaibed met een diepte van 20-30 centimeter is nodig om voor wateropslag te zorgen en voor de beschikbaarheid van voedingsstoffen voor de wortels, om de knolzetting op te wekken en weerstand en kluitvorming te verminderen. In aardappelproductiesystemen met handarbeid, bijvoorbeeld in grote delen van West- en Oost-Afrika, maken de boeren voor het poten een losse toplaag met een hak. Het verkruimelen gebeurt in dezelfde bewerking of erna en na deze grondbewerking is de grond klaar om in te poten. In gebieden met overvloedige regenval, maken boeren bedden van ongeveer 1,5 meter breed en 0,5 meter hoog, wat zorgt voor waterafvoer, en zo wordt het risico op wateroverlast verminderd. Waar dierlijke trekkracht bestaat met muilezels, ezels, kamelen, paarden of ossen in Azië en Afrika wordt vaak een niet-kerende ploeg gebruikt om de eerste grondbewerking, het cultivateren, uit te voeren. Wereldwijd worden echter de meeste aardappelvelden bewerkt met een door een trekker getrokken ploeg.

Evenementen

©2015 - 2024 Aardappelwereld | Ontwerp en realisatie COMMPRO