Al abonnee? Activeer hier uw premium account

Koninklijke HZPC speelt al 125 jaar in op marktontwikkelingen

maart 2023


Eind februari reikte de commissaris van de Koning in de provincie Friesland, Arno Brok, het Predicaat Koninklijk uit aan de Friese onderneming HZPC. Vanaf die datum is het bedrijf de 33ste Friese onderneming die als Koninklijk door het leven gaat. “Een predicaat waar we trots op zijn en een erkenning voor ons bedrijf. Het zal ons in de markt zeker een extra elan geven”, benadrukt Gerard Backx, CEO van HZPC.

De commissaris van de Koning in de provincie Friesland Arno Brok (r) reikt het predicaat Koninklijk uit aan HZPC-CEO Gerard Backx.

Hoewel HZPC pas bijna 25 jaar bestaat en een onderneming 100 jaar moet bestaan om het Predicaat Koninklijk te ontvangen, werd de onderscheiding toch aan het bedrijf verleend. Om dit te begrijpen is het nodig een reis van 125 jaar terug in de tijd te maken. De basis van het bedrijf ligt namelijk op 27 februari 1898 in Bitgum, in het hart van de Friese kleibouwstreek. Daar richtte Hette Tjitzes Hettema op zijn verjaardag samen met zijn vrouw Anne van der Meer het handelshuis Hettema op, een bedrijf dat pootaardappelen verbouwde en exporteerde. In een mooi vormgegeven jubileumboek kijkt de onderneming terug op deze bewogen periode met twee wereldoorlogen. Het is opvallend dat mevrouw Van der Meer, dochter van een aardappelhandelaar, als eerste de kansen in het buitenland zag. Ze had blijkbaar een aangeboren handelsgeest en stimuleerde haar man pootaardappelen in Duitsland te gaan verkopen. Naast haar vertrouwen gaf ze hem 100 gulden mee, wat later het startkapitaal bleek van een multinational. Eenentwintig jaar later, op 23 april 1919, werd de vereni­ging Zaaizaad en Pootgoed Coöperatie opgericht door Jakob Wiersema. Hij was van mening dat telers te zelfstandig opereerden. Dat was volgens hem niet in het gezamenlijk belang.

Fusie lang voor onmogelijk gehouden

Al in de crisisjaren voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog werkten de bedrijven, beide in Leeuwarden gevestigd, kortstondig samen. De export werd namelijk gecentraliseerd en uitbesteed aan de Bevordering Export Aardappelen (BEA). Deze organisatie bepaalde naar welke landen centraal moest worden geëxporteerd. Na deze moeilijke tijd ontwikkelden beide bedrijven zich zelfstandig in het kweekwerk en de florerende internationale handel in pootgoed. In de markt waren ze concurrenten van elkaar, vandaar dat een fusie lang voor onmogelijk werd gehouden. Vooral Hettema, dat ondertussen Hettema Zonen heette, had met het ras Spunta, gekweekt door J. Oldenburger en vanaf 1969 op de rassenlijst, vanaf de jaren 70 een bijzondere positie in de markt. De toenmalige directeur Dirk Jan Meijer zag kansen voor het ras in het buitenland, wat hem de eretitel Mr. Spunta opleverde. Dankzij het succes was het ras de kurk waar het bedrijf op dreef. Toen de Spunta in 1998 een vrij ras werd, groeide het zelfs nog verder in areaal. Zo brachten ZPC en andere handelshuizen het ras onder andere naar Algerije. Ook vandaag de dag is de Spunta nog steeds een belangrijk exportras. Belangrijke rassen uit het kweekwerk van ZPC waren in eerste instantie Irene en Desirée. Ook deze rassen worden vandaag de dag nog steeds geteeld.

Niet altijd over rozen

“We zijn trots op het Koninklijk Predicaat en het is een erkenning voor ons bedrijf. Het zal ons in de markt zeker een extra elan geven”, benadrukt Gerard Backx.

Dat een periode van 125 jaar niet alleen over rozen gaat, ondervinden beide ondernemingen ook. In de jaren 80 investeerde Hettema Zonen in de aankoop van aardappelverwerker Select Frites uit Kerkrade. Dit bleek geen succes en de goedgevulde kas raakte snel leeg. Ook ZPC wilde voorwaarts in de aardappel­keten en investeerde in een kleinverpakker, Douwe Lodewijk uit Sint Annaparochie. Dit bedrijf had goede contacten met supermarktketen Albert Heijn, maar na de overname ging het echter snel bergafwaarts met de onderneming. Na deze moeilijke periode concentreerden beide bedrijven zich weer op hun kernactiviteiten: het kweken van en de handel in pootaardappelen. In 1998 nam ZPC een meerderheidsbelang in het handelshuis Stet & Slot te Emmeloord, waarbij afgesproken werd dat het bedrijf zijn naam en identiteit zou behouden. Dit paste in een tijd van schaalvergroting. Eerder probeerde ZPC namelijk het handelshuis Wolf & Wolf over te nemen, maar dat mislukte. Omdat Wolf & Wolf in 1993 fuseerde met Agrico uit Emmeloord ontstond een bedrijf dat 40 procent van de pootgoedexport voor zijn rekening nam. Met het oog op deze ontwikkeling zag zowel Hettema als ZPC de noodzaak om te fuseren, om zo voldoende slagkracht te houden in de markt. Deze constructie was niet alleen ingewikkeld op het gebied van strategie. Omdat ZPC een coöperatie was en Hettema een privaat bedrijf dat in 1996 was verkocht aan de telers en medewerkers, waren er zowel een bv als een stichting admini­stratiekantoor. Er werd gekozen om van de coöperatie ZPC een bv te maken en het vermogen met behulp van certificaten om te zetten op naam van de telers die in de tien jaar ervoor producten leverden aan ZPC. Hiermee werd de basis gelegd van de certificatenhandel die HZPC nog steeds kent. Na de fusie in 1999 werd de naam HZPC gekozen en betrok het bedrijf een nieuw kantoor als hoofdvestiging in Joure. Bijna 25 jaar later is de onderneming nu verder gegroeid en legt zij zich, naast de traditionele handel in pootgoed, toe op licentieteelt, zaadvermeerdering en moderne kweek­methoden zoals merkers en hybride gestuurde veredeling. Volgende maand zal CEO Gerard Backx in een exclusief interview zijn visie geven op de toekomst van het bedrijf. ●

Evenementen

©2015 - 2024 Aardappelwereld | Ontwerp en realisatie COMMPRO