Al abonnee? Activeer hier uw premium account

Bewaren draait nu nog meer om kennis

april 2021


Het bewaren van aardappelen is een vak apart en vereist veel kennis en ervaring. In deze Bewaarcolumn delen vier ervaren bedrijfsadviseurs van Delphy bij toerbeurt actuele bewaartips met lezers van Aardappelwereld magazine. Dit keer een bijdrage van Niek Vedelaar, werkzaam in de regio Flevoland.

“Het is nu echt anders bewaren dan veel aardappeltelers jarenlang gewend waren. Hier in het midden van Nederland is dat niet anders. Simpelweg wat Chloor-IPC bij het inschuren vernevelen en bijna een seizoen lang geen omkijken meer hebben naar de kiemremming, dat is verleden tijd. Omgaan met de huidige toegelaten middelen vraagt veel meer kennis van zaken, dat hebben veel telers inmiddels wel ontdekt. Kennis van de werking, apparatuur, maar ook van ras-eigenschappen en alle andere maatregelen die betrekking hebben op het bewaren van aardappelen. Denk aan de ventilatieduur van verschillende acties als luchtverversing en koeling, het monitoren van temperaturen (van de knol, in de schuur en buiten de schuur), het CO2-gehalte, de relatieve luchtvochtigheid, kiemlust van een ras, alles doet ertoe. Deze factoren waren uiteraard al belangrijk, maar daar komt het nu nog meer op aan dan in de tijd van Chloor-IPC.

Achter de feiten aan

De belangrijke les van dit leerseizoen is wel: begin op tijd. Voor de toediening van een middel als 1,4SIGHT geldt: start al voordat kiemen zichtbaar zijn. En bij Biox-M en Argos: start zodra witte puntjes zichtbaar zijn, niet langer dan 2 tot 3 millimeter. In de meeste gevallen waarin de kiemremming te laat is gestart, lopen telers de rest van het bewaarseizoen achter de feiten aan. Dat vraagt dan om reparatie met kortere intervallen en hogere doseringen. Dus die start is cruciaal. Ik heb het nog niet gehad over MH, maar zoals al meerdere keren aangestipt in deze column, is een (veld)behandeling vooraf in vrijwel alle gevallen van lange aardappelbewaring onmisbaar.

Ondergrenzen opzoeken

Knoltemperatuur speelt bij het nieuwe bewaren ook een aanzienlijke rol. Veel telers proberen in samenspraak met hun adviseurs en afnemers nu ondergrenzen op te zoeken. Vooral als het gaat om frites­aardappelen. Immers, hoe lager de knoltemperatuur, hoe trager de ademhaling en daarmee samenhangend: de kieming. Probleem in fritesaardappelen is echter dat een té lage knoltemperatuur negatieve gevolgen kan hebben voor de bakkwaliteit. De onder­grens van de knoltemperatuur in relatie tot bakkwaliteit is namelijk een aan het ras gerelateerde factor. Een Fontane of Agria bewaren op 6,5 of 7,0 graden Celsius levert al gauw minder problemen op dan wanneer het om Innovator gaat. Of het wel of niet lukt bij een graadje lagere knoltemperatuur te bewaren hangt ook samen met de conditie waaronder je de aardappelen kunt bewaren. Liggen ze in een goed afgesloten, optimaal geïsoleerde en eventueel gekoelde cel, of niet? Wanneer het lukt om bijna zonder temperatuurschommelingen een partij te bewaren, dan zal ook het bewaren bij lagere temperaturen minder problemen opleveren.

Hou deuren gesloten

Dus het dringend advies is: probeer wisselingen van temperaturen in het product te voorkomen. Staan in dezelfde ruimte als waarin de aardappelen liggen ook machines voor voorjaarswerk, zorg dan dat deze uit de schuur zijn zodra de buitentemperaturen beginnen op te lopen. Oftewel, hou vanaf dan de deuren gesloten. Ook het in gedeelten uitleveren van partijen is nadelig voor de kiemremming. Tot nu toe zijn de nachttemperaturen laag genoeg om met de koelere lucht de aardappelen op de gewenste temperatuur te houden. Is het voorjaarswerk begonnen, vergeet dan niet de partij met regelmaat te controleren. Zijn er problemen met de kieming, controleer dan elke dag. Ligt de partij er goed bij, kijk dan toch minstens twee tot drie keer per week even op de hoop en hou de kieming scherp in de gaten.” ●

Lees hier ons volledige bewaardossier!

Evenementen

©2015 - 2024 Aardappelwereld | Ontwerp en realisatie COMMPRO