Al abonnee? Activeer hier uw premium account

Agrofoodcluster en The Potato Valley fuseren

mei 2023


Op 26 april maakten Agrofoodcluster en The Potato Valley een fusie bekend. De nieuwe organisatie gaat verder onder de naam Agrofoodcluster. Met de slogan ‘Kracht door verbinding’ verwacht de stichting zich sterker te kunnen presenteren als onafhankelijk en ondernemend samenwerkingsverband van bedrijven en organisaties die actief zijn in en rondom open teelten en de agrofoodbranche in het Noordelijk kleigebied.

“We willen graag samenwerking met clubs die regionaal georganiseerd zijn”, laat André Hoogendijk weten.

Sinds de oprichting van Agrofoodcluster in 2014 en Potato Valley in 2016 merkten beide organisaties al snel dat samenwerken slimmer is, dan naast elkaar opereren in een aanvullend werkveld. Vandaar dat ze vorig jaar zijn gaan kijken hoe ze dit in de praktijk vorm kunnen geven. Uit de gesprekken bleek al snel dat samenwerking schaalvoordelen biedt. Het verbetert het netwerk, impact en samenwerking met het onderwijs en vergroot de hoeveelheid deelbare kennis. Beide besturen en stakeholders besloten daarom om de krachten binnen één cluster te gaan bundelen. Tijdens de eerste bijeenkomst van de nieuwe stichting liet Cor van Veldhuijsen, directeur van Agrofoodcluster, weten dat door de fusie de organisatie zich met een breder netwerk verder kan doorontwikkelen in de provincies Friesland, Groningen en Flevoland. Dit geeft volgens hem meer mogelijkheden voor het stimuleren van kennis, innovatie, business en onderzoek in de agrofoodbranche. Hij legt uit dat het Agrofoodcluster zich focust zich op kennis, innovatie, business en onderwijs. The Potato Valley richtte zich vooral op profilering van de pootgoedketen. De kracht van beide stichtingen ligt volgens hem in de verbinding tussen de vier O’s: onderwijs, overheid, ondernemers en onderzoek. Volgens Van Veldhuijsen heeft ongeveer de helft van de bijna vijftig stakeholders dagelijks te maken met de aardappel, via mechanisatie, teelt of onderzoek. Vandaar dat kennis over het gewas goed vertegenwoordigd is in het Agrofoodcluster.

Praktijk blijft centraal staan

Tevreden gezichten bij de start van het nieuwe Agrofoodcluster, met van links naar rechts Tineke de Vries, Cor van Veldhuijsen en Rob Donker.

“Er komt veel op de akkerbouwsector af, daarom hebben we elkaar alleen nog maar meer nodig. Met de fusie brengen we de sterke punten van beide organisaties bij elkaar. Door alle ontwikkelingen in de aardappelsector is een gebiedsgerichte aanpak heel belangrijk. Met SPNA als boerderij van de toekomst zijn we ook verzekerd van een mooie onderzoekslocatie in ons gebied”, laat Tineke de Vries als voormalig voorzitter van The Potato Valley weten. “In de nieuwe organisatie blijft de praktijk centraal staan. Door samen te werken zorgen we ervoor dat we kunnen blijven inspelen op de veranderende maatschappelijke wensen, houden we een sterke concurrentiepositie én kunnen we nieuwe generaties blijven interesseren voor de sector.” Rob Donker, voorzitter van Agrofoodcluster vult aan: “Met het brede netwerk van beide organisaties komen we door de fusie op vijftig stakeholders. Hierdoor ontstaat er één onafhankelijke en ondernemer-gedreven stichting van bedrijven en organisaties die actief zijn in en rondom de open teelt en agrofoodbranche.”

Zelf initiatief nemen

Tijdens de eerste gezamenlijke bijeenkomst gaf André Hoogendijk, directeur van BO Akkerbouw, aan dat de sector zelf het initiatief moet nemen om richting te geven aan de toekomst van de sector. Vandaar dat de brancheorganisatie een eigen perspectief op de akkerbouw heeft geschreven. “We vinden ons als Nederlandse akkerbouwsector groot en geweldig, maar we telen producten die wereldwijd maar relatief klein zijn. We zijn dan wel marktleider in uitgangsmateriaal, maar het zijn gewassen waar gewasbeschermingsfirma’s niet direct middelen voor ontwikkelen. Dat betekent dat er een gat dreigt te ontstaan dat we zelf in moeten vullen. Denk hierbij aan robuuste aardappelrassen waardoor de afhankelijkheid van gewas­beschermingsmiddelen minder wordt. We moeten dit ondersteunen met beslissingsondersteunende systemen. Daarnaast hebben we meer mechanische toepassingen nodig om bijvoorbeeld onkruid onder controle te houden. En zullen we onderzoek moeten uitvoeren om te zien hoe we plagen als ritnaalden onder controle houden”, somt Hoogendijk een aantal actuele ontwikkelingen op. “We nemen als sector zelf de regie, maar we verwachten dat de overheid zich ook als partner opstelt. Het gaat erom dat we samen zorgen voor een duurzame akkerbouw.” Hij benadrukt verder dat zijn organisatie de kennis beschikbaar wil stellen aan de praktijk. Via het online podium CRKLS biedt de BO alle resultaten van onderzoek aan de sector aan. “Dat moeten we ook wel, want de telers betalen zelf aan het onderzoek. Hier dragen ze jaarlijks 2,5 miljoen euro aan bij. Dat verviervoudigen we door subsidies en bijdragen van andere ketenpartijen”, rekent hij voor. “We focussen ons hierbij op de totale akkerbouw in Nederland en onze leden zijn landelijke organisaties. Daarom zie ik een link met Agrofoodcluster om een wisselwerking met de regio te laten ontstaan, zodat we teelt-specifieke zaken beter kunnen belichten. Je zou bijvoorbeeld kunnen bedenken dat Agrofoodcluster een bepaalde visie heeft op de pootgoedteelt. Het zou ons dan helpen dat we deze visie kunnen vertalen naar onderzoek en dit voorleggen aan de andere sectoren. De noodzaak hiervoor wordt versterkt door het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), waarbij provincies een eigen visie moeten ontwikkelen op de landbouw. Daar kan het Agrofoodcluster een belangrijke rol in vervullen, zodat bestuurders in de eigen regio hun informatie kunnen vinden. Dat is ook een uitdaging voor ons, aangezien we geen ambitie hebben om als organisatie verder te groeien. Vandaar dat we graag samenwerking willen met clubs, als het Agrofoodcluster, die regionaal georganiseerd zijn. Dat geldt ook voor onderzoek dat we ook regionaal willen laten uitvoeren. We moeten blij zijn met een partij als SPNA die zelfstandig doorgaat, waar veel kennis beschikbaar is over de teelt in de regio. Door de wisselwerking met de regio kunnen we van elkaar leren en gaan we samen naar beter”, benadrukt Hoogendijk. ●

Evenementen

©2015 - 2024 Aardappelwereld | Ontwerp en realisatie COMMPRO