Aardappelwereld magazine
Het bewaren van aardappelen is een vak apart en vereist veel kennis en ervaring. In deze Bewaarcolumn delen vier ervaren bedrijfsadviseurs van Delphy bij toerbeurt actuele bewaartips met lezers van Aardappelwereld magazine. Dit keer een bijdrage van Renould Schiffelers, werkzaam in de regio Zuidoost-Nederland.
“Zoals ook al in de voorgaande columns aangegeven is het momenteel een onzekere tijd voor de ondernemers die aardappelen bewaren. Wat moet ik nu doen?, is de aan ons meest gestelde vraag in de voorbije maanden. Telers met vrij product wisten lange tijd niet hoe lang en met welke inspanningen ze hun product moesten blijven opslaan en weten dat soms nog niet zeker. Contracttelers van fritesaardappelen krijgen nog steeds vaak te horen om de aardappelen langer achter de planken te houden dan vooraf was gepland. Wanneer het product wel volgens de oorspronkelijke afleverdatum weggaat, is dat meestal voor een klein deel. Tafelaardappelen zijn echter soms vervroegd afgeleverd en dat bracht eveneens de nodige extra inspanningen en overwegingen met zich mee.
Wat de vragen en onzekerheden van dit moment ook zijn, overwegend geven we het advies: probeer de aardappelen vooral rustig te houden. Ook wanneer je nog geen zekerheid hebt over de eindbestemming en het eventuele tijdstip van afleveren. Mei was een maand waarin temperatuurverschillen per etmaal erg uiteenliepen. Met temperaturen overdag ver boven 20 graden Celsius en ’s nachts soms rond het vriespunt. De koude nachten waren prima te benutten om het product op bewaartemperatuur te houden. In de junimaand is dat een stuk lastiger en de kansen om terug te koelen in de voorbije weken waren al zeer gering. Het is dan vooral de kunst om de temperatuur in de schuur en die van het product constant te houden. In ruimten die voorzien zijn van mechanische koeling gaat dat uiteraard een stuk makkelijker dan in schuren met enkel buitenluchtventilatie. De knoltemperatuur mag best iets stijgen, maar probeer dat zoveel mogelijk te beperken. En doe dat het liefst stapsgewijs. Liggen ze op 7 graden Celsius, dan kan er een halve graad bij. Probeer dit vervolgens zo lang mogelijk vast te houden. Lukt dat op een gegeven moment niet meer, kies dan weer voor een half graadje erbij. Het allerbelangrijkste is om schommelingen in de knoltemperatuur te voorkomen. Daarmee hou je de knollen het best in kiemrust. Temperatuurschommelingen hebben sowieso veel meer invloed op de bewaarduur dan een knoltemperatuur die iets afwijkt van het optimum.
De mate waarin de temperatuur wisselt hangt onder meer af van de isolatiewaarde van daken en muren, het ventilatieregime en eventuele tijdelijke activiteiten in de bewaring, bijvoorbeeld het uitschuren. Dat laatste komt dit seizoen meer voor dan andere jaren, omdat in de voorbije maanden, vooral van contractpartijen, slechts delen uit de cellen zijn afgeleverd. Normaal adviseren we om een ruimte in één keer te leveren, maar dat is nu even anders. Luchtbewegingen als door het openen van de schuurdeuren hebben al snel een negatieve invloed. Wat je dan nog wel kunt doen, is zoveel mogelijk uit te schuren tijdens de laagste etmaaltemperaturen. Overleg dit eens met de afnemer. Zorg ook dat de ventilatoren niet draaien als de deuren openstaan. Voor optimale ventilatie is het het beste om te kiezen voor luchtverversing bij de koudste etmaaltemperaturen. Stel daar het computerprogramma op in. Probeer ook niet langer te ventileren dan nodig is. Zoals al meerdere keren aangegeven, is terugkoelen en/of verversing meestal het beste mogelijk in de vroegste ochtenduren. Let op dat het bewaarprogramma hierop ingesteld is.
Wat we ook zien, is dat in hoeken van het hellende deel van deels leeggereden cellen tot meters erachter veelal de ventilatie niet optimaal is geweest. Dit kwam ook voor in nieuwe schuren. Afsluiting van de ventilatiekanalen in combinatie met een keerwand is altijd het beste, maar was uit praktische overwegingen niet overal realiseerbaar. Is afsluiting van de ventilatiekanalen gewoon mogelijk, doe dat dan ook. Dat verbetert de ventilatie van het hellende vlak al in sterke mate. Door onvoldoende ventilatie op die plekken vooraan de hoop, vooral boven in de hoeken, ontstaan problemen met kiem en rot. Die zagen en zien we nu nog steeds her en der in diverse schuren. Wie nog amper kieming ziet en een goed product heeft liggen, doet er verstandig aan om tijdig nog een keer te gassen. Het goedkoopst en best werkend is nog steeds Chloor-IPC. Kies dan voor een dosering van 10 tot 12 milliliter per ton.” ●
Lees hier ons volledige bewaardossier!
Evenementen
©2015 - 2024 Aardappelwereld | Ontwerp en realisatie COMMPRO