Jan Gottschall

Eind juni bleek een deel van de coalitie moeite te hebben met de besparingen. Reden daarvoor is dat ambassades voor het exporterende bedrijfsleven van groot belang zijn. De toenmalige formateur Richard van Zwol schrijft daarom in zijn eindrapportage dat de financiële taakstelling verantwoord en realiseerbaar wordt ingeboekt. De brief benoemt nadrukkelijk het belang van een adequaat postennetwerk in het buitenland. Voor de Nederlandse export van consumptie- en pootaardappelen is naast het behouden van ambassades, boven alles het behouden van het netwerk van landbouwraden en -attachés, van belang. Het zogenoemde LVVN Attaché Netwerk (LAN), inclusief lokale medewerkers, is vertegenwoordigd op 62 ambassades en consulaten-generaal. Het LAN richt zich op 77 landen, waaronder landen die voor Nederlandse export van consumptie- en pootaardappelen van groot belang zijn. Voor de NAO is het behoud van het netwerk van belang om informatie te kunnen krijgen over de oorzaken van markttoegangsproblemen, intercepties van zendingen en om bijvoorbeeld delegaties naar Nederland te kunnen krijgen. De NAO werkt bij het oplossen van handelsproblemen ook nauw samen met het zogenoemde Derde Landen Team van het ministerie van LVVN. Voor het behouden van een goed verdienmodel voor de sector en voor het leveren van een bijdrage aan de wereldwijde voedselvoorziening, is diplomatieke ondersteuning van de export nodig. Aard­ap­pelen passen bovendien goed bij de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties, die de Nederlandse overheid tot op heden internationaal graag gebruikt als leidraad. Al met al genoeg redenen voor het behouden van en versterken van de positie van ‘exportambtenaren’. Een belang dat nauw aan het hart ligt van de NAO. ●

Jan Gottschall
Beleidsspecialist Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO)