Redactie Aardappelwereld

Een optimaal behandel­moment voor MH bepalen is niet eenvoudig. Vorig jaar was het rond het noodzakelijke tijdstip van toediening op veel plaatsen erg droog, dit seizoen juist zeer nat. Vooral het wisselvallige weer in de aanvang van augustus maakt(e) het lastig om het optimale toepassingsmoment te kiezen. Na een bespuiting moet het namelijk minimaal tien uur droog blijven voor een volledige opname van het middel in het bladapparaat. Dauwnat is minder problematisch. Wanneer je bijvoorbeeld ’s avonds gespoten hebt en het gewas is ’s morgens nat van dauw (meestal ook bij windstil weer), dan levert dit nauwelijks hinder op voor de opname. Immers, de druppeltjes blijven op het blad liggen totdat ze verdampt zijn. Bij regen vallen de druppels wel van het blad en kunnen ze binnen de opdroogtijd middel meenemen. Nog een vereiste rondom de bespuiting is dat de relatieve luchtvochtigheid op het spuittijdstip minimaal 70 procent hoort te zijn. Dat is dit seizoen dus nog geen knelpunt geweest.

Let op met MH bij tweede zetting

Een andere lastige overweging is de bepaling van het beste gewasstadium voor een MH-bespuiting. Voor frites­aardappelen is het een vuistregel dat het liefst 80 procent van de knollen minimaal een doorsnee moet hebben van 35 millimeter. Bij tafelaard­appelen draait het om het moment waarop 80 procent van de knollen minimaal 25 tot 30 millimeter in doorsnee is. Door het latere poottijdstip en de lange droge periode die vooraf ging aan de natte, is dit wel een dingetje. In nogal wat gewassen is een tweede zetting opgetreden. Hierbij legt de plant op een later tijdstip nog een keer knolletjes aan. Aangezien het tal in eerste aanleg laag was en nu her en der aangevuld is met enkele nieuwe, is dit niet meer dan een welkome aanvulling. Mits ze uiteraard nog uit kunnen groeien tot een afzetwaardig formaat. Dan is het dus wel van belang om ze niet (te veel) in de groei te remmen met een te vroege toediening van MH. Bij aanwezigheid van grote en kleine knollen aan één plant zit er in dergelijke situaties niets anders op dan een gulden middenweg te kiezen. Nog een aandachtspunt om niet te vergeten bij de toediening van MH: gebruik voldoende water. Het advies is 500 liter per hectare. Neig niet naar minder, want dan zal zonder meer de opname ook lager zijn. Mocht het nou helemaal niet lukken om een goed moment te vinden voor de MH-bespuiting, start dan in de bewaring op tijd met 1,4 SIGHT, mits de bewaring daarvoor geschikt is. Het toepas­singstijdstip is het moment waarop de knollen handdroog in de bewaring liggen. Hanteer dan een startgift van 20 milliliter per ton in plaats van 10 milliliter wanneer de behandeling met MH wel geslaagd is.

Zorg voor knolbescherming

En dan nog wat tips over het gezond houden van het gewas voordat het in bewaring gaat. Actueel is uiteraard de hoge ziektedruk van zowel Phytophthora als Alternaria. Bij het niet kunnen handhaven van de noodzakelijke spuitintervallen zal al snel toediening van curatief werkende middelen nodig zijn. Voor Phytophthora is het daarbij van belang vanaf nu ook een knolbeschermend product in te zetten. Kies als preventie voor Alternaria voor middelen met de meest sterke werking. Op dit moment zijn dat vooral de nieuwkomers op de markt. Voor sommige gewassen als tafel- en (midden)vroege frites­aardappelen komt ook de loofdoding al om de hoek kijken. Het advies is nog steeds, hou het gewas zo lang mogelijk vitaal en laat de aardappelen uitgroeien tot ze de gewenste maat(sortering) hebben bereikt. ●

Het bewaren van aardappelen is een vak apart en vereist veel kennis en ervaring. In deze Bewaarcolumn delen vier ervaren bedrijfsadviseurs van Delphy bij toerbeurt actuele bewaartips met lezers van Aardappelwereld magazine. Dit keer een bijdrage van Niek Vedelaar, werkzaam in de regio Flevoland.

Lees hier ons volledige bewaardossier!