Als de aardappel uw vak is, lees Aardappelwereld magazine digitaal en op papier

Leer van het verleden

oktober 2024


Hoe het aankomende bewaarseizoen zal verlopen, is nog lastig in te schatten. Wel kunnen telers alvast de nodige voorbereidingen treffen, onder meer door rekening te houden met groeiomstandigheden van het huidige teeltjaar en ervaringen uit het verleden. Zo heeft Delphy-bewaaradviseur Anton van der Velde, zoals in eerdere oktoberuitgaven van Aardappelwereld magazine, weer enkele opvallende partijen binnen het eigen werkgebied uitgelicht waarvan het nodige valt te leren.

Waar telers gelet op de groeiperiode van dit seizoen vooral op moeten letten, is in vorige bijdragen van deze column al een paar keer aangestipt. Zo is op percelen met matige stand en veel kale plekken een wisselende vita­liteit van de knollen te verwachten. Alleenstaande planten hebben gedurende de droge periode van het seizoen bijvoorbeeld extra droogte­stress ervaren. Dat verhoogt de kans op een verhoogde kiemlust. Verder zal in dergelijke percelen een MH-bespui­ting achterwege zijn gebleven vanwege de kans op minder opname en uit kostenoverweging. In derge­lijke gevallen zal bij gebruik van de kiemremmer 1,4 SIGHT een snellere eerste behandeling tegen kieming nodig zijn en eveneens een hogere startdosering. Ook al genoemd is het alert zijn op mogelijke negatieve gevolgen van het dit jaar meer toegepaste groenloof rooien. Dat zijn factoren als een grotere kans op knolbeschadiging en versmering van ziekten door het soms nog volop aanwezig zijn van nog niet volledig weggerotte moederknollen. Beide vragen een zo snel mogelijke droging van het product na inschuren.

Beetje grond zo slecht nog niet

Het totaal van de monitoring laat zien dat de verliezen in seizoen 2023-2024 met 5,9 procent lager uitpakten dan het seizoen ervoor en die van het meerjarig gemiddelde.

Tot zover de huidige aandachtspunten vanuit teelt, nu wat uit de bewaarperiode 2023-2024 nog te leren valt en komend seizoen wellicht meer attentie zal vergen. Daarvoor is uit een dertigtal schuren die op gewichtsverlies zijn gemonitord een greep van zeven opvallende partijen uitgelicht. Het totaal van de monitoring laat zien dat de verliezen met 5,9 procent lager uitpakten dan het seizoen ervoor en die van het meerjarig gemiddelde. Een partij die vrijwel op dit gemiddelde eindigde betreft een cel Innovator die al zeer vroeg gerooid is, namelijk op 28 september 2023. Voor wie het zich nog kan herinneren, het was op veel plaatsen in Nederland nog relatief droog, en gewassen waren op dat tijdstip nog amper afgerijpt. Ook waren wel percelen aan te wijzen met rot, en dat was hier eveneens het geval. Doordat de rooiomstandigheden nog gunstig waren kwam weinig grond mee naar binnen. Het lekvocht uit de enkele aanwezige rotte knollen bleek relatief snel onder controle te krijgen met externe ventilatielucht. Daarbij lagen de aardappelen in een ruimte ondersteund door mechanische koeling. Dat dit bijdraagt aan het uiteindelijke resultaat blijkt wel uit de cijfers. Op 1 juli 2024 is deze partij afgeleverd met slechts 161 draaiuren met externe lucht. Het totale gewichtsverlies komt net ietsjes hoger uit dan het gemiddelde van de totale monitoring, maar het betreft hier wel een bewaarperiode van ruim 9 maanden. Wat eveneens meespeelt is dat de partij maar weinig grond bevatte, waardoor hierin een vochtbuffer ontbrak. Een beetje grond mee inschuren is dus zo slecht nog niet en draagt al snel bij aan het zo laag mogelijk houden van het vochtverlies in de knollen.

Rooi geen roodrot

Nog zo’n relatief vroeg en droog geoogst gewas betreft een partij Donata die vorig jaar al op 2 oktober is ingeschuurd. Hier zat eveneens maar weinig grond in, echter wel met her en der wat harde kluiten ertussen. In combinatie met behoorlijk wat door roodrot aangetaste knollen niet echt ideaal. Deze ziekte is vorig jaar overigens meer gespot in cellen en bij diverse rassen als probleem in de bewaring. Het rot was in deze partij onder controle te krijgen door veel met buitenlucht te ventileren, in het begin nog met wat kachels erbij en dankzij ondersteuning van mechanische koeling. Blijvend alert reageren op lekvocht met meer intern draaien was daarna lange tijd nodig, maar daardoor bleef uitbreiding van rot achterwege. Het eindigde uiteindelijk allemaal wel in een flink percentage gewichtsverlies van 7,7 procent, maar de betreffende teler was desondanks zeer tevreden. Vooral vanwege de keuze destijds om op tijd te oogsten. Later rooien, onder de dan kletsnatte omstandigheden, met zoveel roodrot in de partij, was zeer waarschijnlijk niet goed afgelopen. Sowieso zou dan het advies geweest zijn om de perceelsdelen, vaak kopakkers, waarin veel roodrot voorkwam niet te rooien, of deze toch zeker niet bij de goede op te slaan.

Natte oogst op lichte zavel risicovol

Dan is het 17 oktober wanneer een partij Challenger de schuur inrolt. De eerste neerslag van de lange natte periode die dan nog volgt is al gevallen en ook deze partij heeft daar al last van. Teler van de betreffende aardappelen besluit desondanks door te gaan met de oogst uit de lichte zavelgrond tot de cel vol is. Qua rot lijkt het in eerste instantie mee te vallen, maar schijn kan behoorlijk bedriegen. Al na enkele weken beginnen veel knollen te rotten. Vervolgens zat er niets anders op dan op volle por te gaan drogen met buitenlucht in nauwe samenwerking met kachels. Dit blijkt uiteindelijk net de redding van deze partij. Wel viel echter het besluit om de Challenger al op 8 december 2023 af te leveren. Nog veel langer bewaren zou een te groot risico betekenen op uitbreiding van rot en verder oplopend vochtverlies. De teller stond immers na enkele maanden al op 5,7 procent gewichtsverlies. De belangrijkste les in dit geval; nat oogsten kan zeer risicovol zijn, zeker op lichte zavelgronden. Het resulteert namelijk nogal eens in het ontstaan van rot in de bewaring. Sowieso is het onder dergelijke condities van belang om na het inschuren dagelijks de partij te controleren op lekvocht, ook al lijkt deze bij binnenkomst op het oog vrij van aantastingen. Aarzel vervolgens niet om de aardappelen tijdig af te zetten als het percentage rotte knollen te groot gaat worden. Dergelijke partijen, daar is vaak geen houden aan. Op tijd afzetten is ook een onderdeel van een goede bewaarstrategie.

Groenrooi de redding

In een van de gemonitorde bewaarloodsen komen op dezelfde 17e oktober aardappelen van het fritesras Markies de schuur binnen. Dat is najaar 2023 vrij vroeg voor dit laatrijpe ras, maar in dit geval was het de redding, gelet op het natte weer dat in de weken erna volgde. De teler had er namelijk voor gekozen om de percelen met nog redelijk groenloof erop, tijdig van het land te halen. Het loof was enkele dagen voordat de rooier eraan te pas kwam geklapt. Steeds meer telers kiezen er overigens voor om late rassen als Markies tijdig groen te oogsten, zeker na de weerservaringen uit de voorgaande jaren. Belangrijk daarbij is wel om het loof netjes en zo kort mogelijk te klappen. Het liefst enkele dagen voorafgaand aan het rooien, zoals bij deze teler. Verder kwam in deze partij de kieming behoorlijk snel op gang, wat we bij dit ras wel vaker zien. Dit is met een aantal stevige behandelingen met maximale doseringen van 20 milliliter 1,4 SIGHT per ton prima onder controle gekomen. Daarna trad nog nauwelijks kieming op. Uiteindelijk bleek daarmee de partij nog 10 maanden in goede conditie en is deze op 18 augustus 2024 afgeleverd met een gewichtsverlies van slecht 5,2 procent.

Zorg dat instellingen in orde zijn

De datum van 18 oktober markeerde een grens van een periode waarna rooien vrijwel onmogelijk bleek in veel delen van Nederland. Voor een partij Lady Anna lukte het nog net om deze met eigen getrokken rooier van het land te krijgen. Wat meezat is dat hierin nauwelijks rot aanwezig was. Dat maakte het ook mogelijk om met enkel buitenluchtventilatie de partij lang te bewaren. Zelfs tot 10 juni 2024 met een totaal van slechts 260 extern gedraaide ventilatie-uren en een gewichtsverlies van een minimale 4 procent. Dit lukt overigens alleen wanneer alle instellingen van de bewaarcomputer in orde zijn, zoals het geval bij deze teler. Wat dan uiteraard ook mee moet zitten is de kieming, die in de Lady Anna zeer goed onder controle bleek te houden.

Zware grond? Grijp elke rooikans

Op tijd afzetten is ook een onderdeel van een goede bewaarstrategie, is een van de adviezen uit de analyse van de zeven opvallendste partijen in de monitoring.

Wellicht herinneren telers het zich nog, maar in sommige regio’s in ons land was het begin november vorig jaar enkele dagen droog weer. Dat was in West-Brabant onder meer op 7 november het geval. Dat was het oogsttijdstip voor een cel Fontane die we gedurende de bewaarperiode hebben gevolgd. De aardappelen kwamen uit een zeer vochtige bodem met als gevolg veel natte grond in de partij. Het kostte maar liefst 726 externe draaiuren om de vele liters aan ingeschuurd vocht er ook uit te krijgen. Dat ging zeker niet zonder inzet van kachels. Deson­danks is de hoeveelheid rot in de partij zeer beperkt gebleven en is deze pas op 1 juli afgeleverd. Dat het rot hierin onder controle bleef heeft ook te maken met de relatief pittige zwaarte van de kleigrond. Zou het lichte zavelgrond betreffen, dan was er waarschijnlijk geen houden meer aan geweest. Op zware grond is het dan ook minder riskant om tijdens enkele droge dagen bij natte bodem­omstandigheden toch te oogsten. Je hebt dan veel minder of nagenoeg geen last van versmering in vergelijking met rooiwerk in een zavelgrond. Telers op de zwaardere gronden die vorig jaar deze korte rooikans hebben gegrepen, hebben met een juiste bewaarstrategie nog een goed bewaarproduct kunnen afleveren.

Leg droog en nat niet tegen elkaar

Nog een andere gemonitorde partij van het ras Fontane is in twee delen ingeschuurd. Het eerste deel kwam op 23 november binnen. Doordat het daarna weer ging regenen, duurde het nog tot 18 december voordat de rest volgde, en dat was tevens de laatste mogelijkheid om nog te rooien. In de tussenperiode had het echter al wel een flinke nacht gevroren. Dat was ook te zien aan vorstschade op diverse knollen, maar de schade was niet zo erg dat ze direct volledig tot rotting over gingen. Gevolg van de tweedeling in oogst was dat in dezelfde cel een zeer natte partij tegen een al vrij droge partij aan kwam te liggen. Wel is de storthoogte van het als tweede geoogste deel een meter lager gehouden dan het eerste deel, daar was gelukkig ook genoeg celruimte voor aanwezig. Dit is gedaan om de ventilatielucht er goed doorheen te krijgen. Verder is boven op het eerste drogere deel van de cel een zeil aangebracht om de luchtdoorvoer wat te forceren, zodat meer lucht door het natte deel heen kon. Hierbij moet wel de opgemerkt worden dat een lagere storthoogte alleen te realiseren is bij schuren die voorzien zijn van een volledige roostervloer. Al met al sorteerden de aanpassingen wel resultaat. Het lukte namelijk om de partij toch tot 1 juli in de schuur te houden. Wel ging dit helaas gepaard met het hoge gewichtsverlies van 9,3 procent. Dat kwam vooral doordat in de gehele cel extra veel ventilatie-uren nodig waren om het partijdeel met vorstschade droog te krijgen. Bij dergelijke gevallen raden we daarom altijd aan te voorkomen dat natte partijen tegen droge aan komen te liggen. Bij schuren met dwarsventilatie speelt dit probleem minder, want daarin kun je natte gedeelten wat makkelijker afzonderlijk aanpakken. ●


Lees hier ons volledige bewaardossier!

Evenementen

©2015 - 2025 Aardappelwereld | Ontwerp en realisatie COMMPRO