Aardappelwereld magazine
Het eerste wat op dit moment opvalt in de bezoekrondes is de meer dan normale hoeveelheid lege cellen bij telers. Deels omdat hier tot op heden nog helemaal geen aardappelen binnengekomen zijn, deels omdat er al partijen eerder afgeleverd zijn dan gepland, bijvoorbeeld Innovator, en deels omdat partijen vroegtijdig vertrokken zijn vanwege kwaliteitsproblemen. En dat laatste, daar zijn we nog lang niet klaar mee.
De soms lastige situatie in cellen waar wel product in ligt, is het makkelijkst in vier categorieën te onderscheiden. Zo zijn er om te beginnen de partijen die voor half oktober gerooid zijn. Deze zijn overwegend mooi droog binnengekomen. Het gros daarvan ligt momenteel keurig achter de planken en is met standaard bewaarprogramma’s en nauwgezet monitoren goed beheersbaar.
Echter hier zitten wel een aantal partijen tussen met aantastingen door roodrot. Deze problemen zijn tot op heden nog niet overal verdwenen. Hoge buitentemperaturen na inschuren maakten het in aanvang lastig om de partijen in de wondheelperiode snel genoeg te drogen en daarbij tegelijkertijd de cel- en knoltemperatuur rond of onder 15 graden Celsius te krijgen. Daardoor lukte het niet om de rotte exemplaren en wat daar aan knollen omheen lag goed droog te blazen. Inmiddels is het rot grotendeels onder controle, maar meerdere keren per week controleren blijft geboden. Het vraagt hierin namelijk toch nog regelmatig om wat extra uren aan interne ventilatie bij constateringen van nieuw lekvocht.
Dan is sprake van een categorie bewaarpartijen die in de eerste weken na half oktober geoogst zijn onder al wat nattere, nog niet al te abnormale omstandigheden. Daarvan ervaren we tot nu toe de meeste zorg in partijen afkomstig van lichte klei en zavelgronden als gevolg van versmering in samenhang met rot. Een aantal partijen hiervan is inmiddels afgeleverd. Telers hebben over het algemeen erg hun best gedaan om hierin de boel droog te krijgen, maar rottigheid blijft op de loer liggen. Ons advies is, ga iedere dag de cellen in, en blijf ook de ventilatiekanalen monitoren op lekvocht. Graaf op de hoop ook wat dieper. Helemaal bovenop lijkt een partij al snel in orde met mooi opgedroogde grijze grond aan de knollen, maar 30-40 centimeter daaronder of dieper komt nogal eens een ander beeld aan het licht. Bij uitschuren zien we toch wel eens een verrassing.
En dan is er de vrij grote categorie ‘gerooid onder abnormaal sliknatte omstandigheden’, vanaf eind oktober tot half december. Over het algemeen zijn deze met heel veel natte grond binnengekomen. De omstandigheden om die vervolgens droog te draaien met maximale inzet van kachels waren beter dan in oktober vanwege de lagere buitentemperaturen. Al duurde het droogproces lang, in aardig wat van deze partijen is het toch gelukt om grond en aardappelen droog te krijgen. Omdat het hier meestal om wat zwaardere grond ging, is versmering gezien de omstandigheden meegevallen. Let wel, dit is nog geen garantie voor een lange bewaarduur. Door het noodzakelijk overdreven droogproces zijn vooral de aardappelen onder in de hoop fors uitgedroogd. Die zullen daarmee eerder dan normaal versleten zijn en uiteindelijk problemen als drukplekken kunnen gaan veroorzaken. Waren ze voor levering juni/juli ingecalculeerd, hou er dan rekening mee dat dit wel eens een of twee maanden eerder noodzakelijk zal zijn en bespreek dit met de afnemer.
Tenslotte hebben we nog de categorie aardappelen die de 2e helft van december gerooid zijn en al wat vorst voor de kiezen hebben gekregen. De conditie hiervan is niet in alle gevallen beroerd. Percentages knollen die door vorst geraakt zijn, lopen sterk uiteen. Vraag voor de bewaarders is natuurlijk, hoe ga je hier nu het beste mee om? Ook hierbij geldt het devies, drogen, drogen en nog eens drogen. Voordeel hierbij is dat de buitentemperaturen al laag zijn. Dat maakt het in vergelijking met vroeg geoogste partijen eenvoudiger om met voldoende kachelcapaciteit een adequate droging van het product te realiseren. Dat gebeurt veelal bij relatief lage producttemperaturen van 9 tot 12 graden Celsius. Dit zorgt er tevens voor dat eventueel aanwezig rot minder actief is. Verder zit er veel grond in deze partijen. Eenmaal droog kan deze ook weer als buffer voor lekvocht dienen. Het is nog even de vraag hoe door vorst aangetaste knollen zich gaan houden. Tot begin februari zien we de situatie stabiliseren. In partijen Agria waar soms 15 tot 20 procent van de knollen vorstschade heeft opgelopen, blijft het zeker spannend. De vraag is wat het niet bevroren deel van de knollen gaat doen. Vooralsnog blijft dit deel nog hard. Wanneer we het bevroren deel er af wrijven, zien we de wond na een week soms verkurken. Bij een ras als Agria is de kans wel groter dat de niet bevroren knollen wegrotten dan bij een ras als Fontane. Een vergelijkbare mate van verschil bij deze rassen is ook waar te nemen als het om de bakkleur gaat. Fontane kleurt slechts iets donkerder dan normaal, bij Agria zijn de verschillen in bakkleur groter. Beide zijn echter nog steeds bruikbaar voor verwerking tot frites. ●
In deze Bewaarcolumn delen vier ervaren bedrijfsadviseurs van Delphy bij toerbeurt actuele bewaartips met lezers van Aardappelwereld magazine. Dit keer een bijdrage van Anton van der Velde, werkzaam in de regio West-Brabant.
Lees hier ons volledige bewaardossier!
Evenementen
©2015 - 2024 Aardappelwereld | Ontwerp en realisatie COMMPRO