Al abonnee? Activeer hier uw premium account

Het effect van zonnestraling op drogestofophoping in aardappelen

6 juni 2023

Het doel van het telen van aardappelen is het onderscheppen van zoveel mogelijk zonnestraling tijdens de cyclus van het poten, totdat het gewas rijp is en het blad is afgestorven. Straling heeft geen invloed op de ontwikkeling door middel van drogestofverdeling, maar beïnvloedt alleen de ophoping van drogestof in het gewas, zijn groei. Er is echter wel een effect van zonnestraling op de bladmorfologie, de verschijningsvorm van het blad.

Als de teelt van het gewas plaatsvindt onder hoge zoninstraling, zijn de bladeren dikker (en hebben dus een lagere SBO-waarde, SBO betekent specifiek bladoppervlak) zoals blijkt uit metingen van het specifieke bladoppervlak uitgedrukt in cm2 blad per gram bladdrogestof. Dit kan variëren van 300 cm2/g in een omgeving met lage straling zoals in de winter in West-Bengalen met een dagelijkse straling van ongeveer 12 MJ/m2/dag in vergelijking met 200 cm2/g in de Andeshooglanden met een straling van ongeveer 24 MJ/m2/dag.

Soorten zonnestraling

Zonnestraling laat zich indelen in drie soorten. Ten eerste zijn er golflengten korter dan 400 nanometer (nm), waaronder ook het ultraviolet valt. De tweede soort is fotosynthetisch actieve straling tussen 400 en 700 nm, toevallig ook de zichtbare golflengten die wij zien. De korte blauwe golven en de ver-rode lange golven zijn onzichtbaar. Ten slotte zijn er de lange warmte producerende golven boven de 700 nm. Van alle zonnestraling is slechts 50 procent fotosynthetisch effectief. Ongeveer 30 procent ervan gaat verloren, omdat zij nooit het chlorofyl in de chloroplast bereikt. Een kwart ervan gaat verloren, omdat korte golflengten zich omzetten in lange golven die warmte voortbrengen. Het omzetten van de resterende zonne-energie in glucose heeft slechts een rendement van 30 procent. Van de uiteindelijk gevormde suiker gaat nog 35 procent verloren door ademhaling zonder dat het bijdraagt aan de structurele massa van de aardappelplant.

Niet erg doelmatig

Zoals uit deze afgeronde cijfers blijkt, is het vastleggen van de zon door fotosynthese niet een erg doelmatig systeem. Zelfs wanneer een foton het chlorofyl naar een hogere energietoestand heeft gebracht, kan het terugvallen naar de onderste stand. Daarbij komt een foton weer vrij als meetbare straling: de chlorofylfluorescentie. Fluorescentie is het opvallendst wanneer de plant onder suboptimale omstandigheden groeit, zoals bij extreem hoge of lage temperaturen, bij droogte, hitte of gebrek aan stikstof. De sterkste effecten laten zich zien bij behandeling met herbiciden, zoals het geval is bij chemische loofdoding.

Een hoge zonnestralingsintensiteit leidt tot planten met dikkere bladeren, dus met meer cm2 van het blad per gram bladdrogestof. Aan de linkerkant van de grafiek bevindt zich de situatie in een subtropische laaglandwinter, zoals in West- Bengalen in India; rechts in een tropisch hoogland zoals in de Andes in Peru.

Evenementen

©2015 - 2024 Aardappelwereld | Ontwerp en realisatie COMMPRO