Al abonnee? Activeer hier uw premium account

Pootdiepte en -afstanden in aardappelteelt

9 mei 2023

Poters worden geplant in kleine gaatjes of ondiepe voren die zijn getrokken door de pootmachine. Gewoonlijk is de pootdiepte zodanig dat de bovenkant van de poter zich op het maaiveld bevindt. Sommige rassen met oppervlakkig groeiende knollen of rassen die gevoelig zijn voor groenverkleuring of gronden die gevoelig zijn voor scheuren, poten telers dieper als dit helpt op basis van hun ervaring. Later aanaarden zorgt afdoende voor een groeibed voor nieuw gevormde knollen.

Als het de bedoeling is om zo snel mogelijk na opkomst een volledige bodembedekking te bereiken en zoveel mogelijk zonnestraling te onderscheppen voor een hoge opbrengst, dan is het optimale plantpatroon vierkant. Als 4 planten per vierkante meter het doel is, dan is de ruimtelijke indeling 50 cm x 50 cm, dezelfde afstand tussen de ‘rijen’ en tussen de planten binnen de rij. Dit patroon heeft echter enkele nadelen: er is geen ruimte tussen de planten om een goede rug te maken en ook niet genoeg ruimte voor machinale handelingen met de trekker. Dit patroon komt wel voor op brede bedden in de tropen.

Concurrentie tussen planten

Met dezelfde hoeveelheid pootgoed betekenen nauwere rijafstanden een ruimere onderlinge afstand van de planten in de rij, een eerdere sluiting van het loof en minder concurrentie om bodemhulpbronnen, wat leidt tot hogere opbrengsten. De verschillen nemen af met een langer groeiseizoen. Een grotere rijafstand, anderzijds, maakt grotere ruggen mogelijk die de knollen beter beschermen en maakt door de trekker aangedreven machinale handelingen efficiënter. Hoe groter de rijafstand, hoe minder werkuren per hectare nodig zijn. Bredere rijen met grotere ruggen leiden tot warmere grond in het voorjaar en minder fluctuatie van de temperatuur gedurende de dag.

Een afstand tussen de rijen van 75 centimeter is gewoon in continentaal Europa of 90 centimeter tussen de rijen in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Om aan 4 planten per m2 te komen is daarvoor de plantafstand in 35 centimeter respectievelijk 28 centimeter. Een nauwe rijafstand is voordelig voor vroege gewassen die voortijdig geoogst worden om een hoge prijs te verwerven. Grotere rijafstanden maken grotere machines met bredere banden mogelijk en de opbouw van grotere ruggen die de kans op blootstelling van de knol aan regen en zon vermindert. Maar het duurt langer voordat het gewas de bodem volledig bedekt en alle zonnestraling is onderschept. Hoe kleiner de afstand in de rij, hoe groter de concurrentie tussen de planten.

Poten in bedden

Een ander plantpatroon is het poten in bedden met het midden ervan op afstanden van 150 of 180 centimeter met 2 of 3 rijen met om en om plaatsing van de knollen. Voordelen van planten in bedden zijn een meer gelijkmatige verdeling van de planten over het veld, het benadert het vierkantsverband enigszins en een iets betere benutting van het water. Andere soorten bedden zijn de ‘luie bedden’ soms gebruikt in tuinen waar de pootaardappelen worden bedekt met strooisel van stro of ander organisch materiaal. Verhoogde bedden worden vaak toegepast in tropische hooglanden met een hoge regenval. Dergelijke bedden zijn ongeveer 150 centimeter breed en 50 centimeter hoog met een afgeronde top. Ze worden gescheiden door ongeveer 50 centimeter brede paden. Dergelijke bedden voorkomen overstroming van het gewas en zijn gemakkelijk toegankelijk met de hak om te poten, aan te aarden, te wieden en te oogsten.

Openingsfoto: Aardappelen poten in bedden in de winter bedekt met stro van rijst afkomstig van het voorgaande seizoen. Dit wordt wel gedaan op zeer zware rivierkleigronden waar aanaarden niet goed mogelijk is, omdat de grondstructuur het maken van een fijn bed onmogelijk maakt. In feite is hier sprake van heel ondiep poten.

Evenementen

©2015 - 2024 Aardappelwereld | Ontwerp en realisatie COMMPRO